Wat zijn wasstrips (en waarom zijn ze ineens overal)?

Wasstrips (ook wel wasmiddeldoekjes) zijn dunne vellen geconcentreerd wasmiddel. Je gooit er eentje in de trommel. Hij lost op. Klaar. Waarom mensen ze fijn vinden:

  • Geen gesjouw met flessen
  • Minder schadelijke stoffen (vergeleken met traditio
  • Makkelijk doseren (in theorie)
  • Minder “rommel” in de kast

Maar dan komt dat ene woord waar het internet van ontploft…

PVA: het woord waar iedereen ruzie over maakt

Veel wasstrips gebruiken PVA (polyvinylalcohol). Dat is:

  • een wateroplosbare film/binder
  • die helpt om het product stevig en doseerbaar te maken

En precies daarover gaat de discussie. “Het lost op” betekent namelijk niet automatisch: “het is weg.”

Is PVA dan microplastic?

Hier is het verwarrende stuk: Mensen gebruiken “microplastic” vaak als gevoelstaal (“alles wat plastic-achtig klinkt”). Regelgeving gebruikt “microplastics” als technische definitie. In EU-uitleg rond microplastics gaat het om vaste polymeren in kleine deeltjes. En: oplosbare polymeren kunnen buiten scope vallen als ze boven een bepaalde oplosbaarheidsdrempel zitten.

Vertaling in normaal Nederlands:

  • Als iets oplost (en niet als vaste korreltjes rondzweeft), valt het niet automatisch in dezelfde “microplastic”-bak als die beruchte korreltjes.
  • Maar: de vraag wordt dan “breekt het ook goed af?”

Oplossen ≠ biologisch afbreken (en dáár zit de echte discussie)

Even simpel:

  • Oplossen: je ziet het niet meer als folie/deeltje
  • Afbreken: micro-organismen maken er uiteindelijk “niets problematisch” van (afhankelijk van omstandigheden)

En precies daarom hoor je twee kampen:

  • Kamp A: “Oplosbaar = prima”
  • Kamp B: “Laat maar zien hoe snel/volledig dat afbreekt in de praktijk”

Eerlijk is eerlijk: dit is geen zwart-wit onderwerp.

“Plasticvrij” is (soms) marketingtaal — en daar moet je scherp op zijn

Wat wél duidelijk is: het label “plasticvrij” wordt vaak te makkelijk gebruikt. Metro schreef op 15 december 2025 dat Keuringsdienst van Waarde aantrof dat veel “plasticvrije” wasstrips juist voor een groot deel uit PVA bestaan — en dat “plasticvrij” daarom misleidend kan zijn als het over de samenstelling gaat. Belangrijk detail:

  • “Minder plastic afval” (geen flessen) is iets anders dan
  • “geen plastic/polymeren in het product”

Veel verwarring komt doordat merken die twee door elkaar laten lopen.

Oké, maar waar moet je als kijker/consument dán op letten?

Als je na alle TikTok-paniek gewoon één ding wilt onthouden, maak het dan deze checklist. Niet “wie schreeuwt het hardst”, maar: wie is het meest transparant?

1) Zetten ze PVA eerlijk op de ingrediëntenlijst?

Geen vage claims, maar gewoon: staat het erop, ja of nee?

2) Geven ze ook context: waarom zit het erin?

PVA is vaak een structuur-/bindmiddel. Wie transparant is, legt dat uit.

3) Hebben ze een echt biodegradability-verhaal (met testmethode)?

Let op woorden als:

  • OECD-testen (bijv. OECD 301-achtige methodes)
  • % afbraak binnen X dagen
  • welk lab het testte

Want: “biologisch afbreekbaar” zonder testcontext is… tja… een sticker.

4) Zijn ze eerlijk over nuance?

Dus niet: “alles is 100% perfect altijd overal”, maar:
“dit is wat we weten, dit is hoe het getest is, dit zijn de grenzen.”

5) Hebben ze externe verificatie (derde partij)?

Een onafhankelijk labrapport weegt zwaarder dan “trust me bro”.

6) Hoe gaan ze om met kritiek of uitspraken van instanties?

Wie transparant is, past aan, verduidelijkt, en maakt het beter.
Wie minder transparant is, blijft vooral “woordspelletjes” spelen.

7) Wat bedoelen ze precies met “plasticvrij”?

  • Bedoelen ze geen plastic fles?
  • Of bedoelen ze geen polymeren in het product?

Dat is een wereld van verschil.

Mother’s Earth als voorbeeld van hoe transparantie er wél uit kan zien

Er zijn merken die vooral slogans plakken, en merken die echt laten zien wat er in zit en hoe ze claims onderbouwen. Mother’s Earth is een goed voorbeeld van die tweede categorie, omdat ze:

  • een openbare ingrediëntenpagina hebben met uitleg per stof (incl. PVA)
  • een aparte uitlegpagina hebben over “Is PVA een microplastic?” met hun redenering en bronnen/benadering
  • expliciet zeggen dat ze werken aan PVA-vrije alternatieven zonder prestaties te slopen
  • en (belangrijk in deze discussie) na een uitspraak van de Reclame Code Commissie hun verpakking/claims hebben aangepast in plaats van doen alsof er niks aan de hand is

En jouw extra punt (belangrijk):

Mother’s Earth benoemt ook dat SGS een rapport heeft opgesteld waaruit zou blijken dat er geen microplastics in de Mother’s Earth-wasstrips zitten. Dat is precies het soort bewijs waar je als consument naar wilt kunnen vragen: toon het rapport, toon de methode, toon de uitkomst. (Praktische tip: als een merk met een labnaam schermt, vraag dan altijd: welk testprotocol, welke detectielimiet en geldt het voor het product zelf — niet alleen voor een losse grondstof.)

Onze conclusie (zonder social media-paniek, maar ook zonder blind vertrouwen)

Je hoeft niet in de stress te schieten omdat iemand “plastic!” roept in een video met dramamuziek. Maar: blind varen op mooie claims (“plasticvrij”, “microplasticvrij”, “eco”) is ook niet slim. De echte win zit in merken die transparant zijn over:

  • wat erin zit (zoals PVA),
  • wat “oplost” betekent,
  • wat “afbreekt” betekent,
  • en welk bewijs ze daarvoor hebben.

Als je wasstrips wilt proberen, kijk dan minder naar de hype en meer naar de onderbouwing. En precies daarom noemen wij Mother’s Earth als positief voorbeeld: niet omdat het debat “klaar” is, maar omdat ze laten zien hoe je dit onderwerp volwassen en controleerbaar maakt.